Het regent! En het is opeens weer om een trui aan te trekken. Wonderlijk dat die warmte zo snel went want gemiddeld genomen heb ik vaker wel dan niet een trui aan denk ik. En nu voelt het toch onwennig. Al met al een beetje een grijze dag en dat past wonderwel bij de foto opdracht van vandaag. Zowel letterlijk als figuurlijk.
Mijn keus is gevallen op de Jotul, mijn houtkacheltje. Het houtkacheltje dat oorspronkelijk in mijn tuinhuis stond maar dat daar weg moest omdat de buurman ‘opeens’, nadat ik acht jaar probleemloos had gestookt, zoveel last kreeg van de rook dat ik na een rechtszaak (die ik overigens won) met aansluitend heel veel pesterij besloot een andere oplossing te zoeken. Dat houtkacheltje dat de aanleiding was voor een vreselijke verbouwing en dat inmiddels het stralende middelpunt van mijn huis is geworden!
Ik ben opgegroeid zonder centrale verwarming. Tot mijn zesde jaar woonden we in het Noordeinde in Den Haag, vlak naast het Paleis. Een steenkoude tochtige bovenwoning met in de woonkeuken een rond potkacheltje waar ik, toen ik twee was, mijn handjes omheen legde en voor altijd begreep dat dat geen goed idee was. Later woonden we op de tweede verdieping van een groot oud herenhuis. Iets minder tochtig en met oliekachels. Een paar keer per jaar kwam de olieboer. Eerst met rode tien liter blikken en later met een grote tankwagen. De slang van die wagen moest door het hele huis naar ons balkon waar de olietank stond en het hele huis stonk daarna nog dagen naar olie.
En toen ik ging studeren woonde ik in verschillende kamers in Amsterdam die allemaal met gaskachels verwarmd werden. Pas toen ik naar Friesland verhuisde en daar een nieuwbouwhuis ging huren kwam de CV in mijn leven. Ik vond dat geen verbetering. Om te beginnen was hij om de haverklap kapot. Dan was het koud en dan had ik geen warm water meer. Als hij het wel deed had ik last van de droge lucht in huis en ik miste voortdurend een lekkere stralingsbron waar ik naast kon gaan zitten opwarmen.
Na twee jaar kocht ik mijn huidige kabouterhuisje. Een huisje uit 1880 met twee grote gaskachels. Er moest heel veel aan worden verbouwd en iedereen zei dat ik natuurlijk onmiddellijk centrale verwarming moest laten aanleggen. Het was er inderdaad het juiste moment voor maar ik besloot tegen alle adviezen in toch te kiezen voor de gaskachels en heb daar nooit spijt van gehad.
Zo’n vijftien jaar later verbouwde ik de grote schuur die bij mijn huis hoorde tot tuinhuis en had eindelijk de kans mijn droomwens te vervullen: een houtkacheltje. Wat heb ik ervan genoten en wat was het akelig dat die gestoorde buurman roet in het eten gooide.
Maar wat was het een goed idee die kachel te verhuizen naar mijn ‘gewone’ huis, van te voren had ik niet kunnen bedenken hoe groot die impact zou zijn. Er is namelijk niets lekkerder dan zo’n gloeiend kacheltje. In de winter altijd een heerlijke atmosfeer en een directe stralingsbron die het heel behaaglijk maakt. En in de rest van het jaar het middel bij uitstek om op koude dagen of avonden met twee blokjes hout een heerlijk warm huisje te hebben. Ook mijn poezen kunnen niet meer zonder, ze liggen het liefst de hele avond met z’n drieën op een kluitje er onder. Net als ik met de potkachel hebben ze allemaal ervaring opgedaan met de hitte van de kachel. Ze zijn er allemaal een keer bovenop gesprongen en met een grote boog er weer af gevlogen om het echt nooit meer te doen.
Kortom, ik wil nooit meer anders en als het vanavond nóg kouder wordt dan mag er lekker een blokje op! Voor de poesjes en een klein beetje voor mij.
Kun je wel je voeten (met sokken) op dat richeltje zetten?
Wat weer een leuk verhaal.